7311 | 1SA 4:12 | Een Benjamiet verliet ijlings het slagveld, en met gescheurde klederen en met aarde op het hoofd3 bereikte hij Sjilo nog diezelfde dag. |
9709 | 2KI 6:31 | En hij riep uit: Zo moge Jahweh mij doen en nog erger3, als het hoofd van Eliseus, den zoon van Sjafat, morgen nog op zijn romp staat4. |
11574 | 2CH 18:27 | Maar Mikájehoe sprak: Als gij ongedeerd terugkomt, heeft Jahweh niet door mij gesproken3. |
11678 | 2CH 23:17 | Toen liep al het volk naar de tempel van Báal en verwoestte hem; zij vernielden de altaren, sloegen de beelden kort en klein3, en doodden den Báalspriester Mattan voor het altaar. |
12616 | NEH 11:24 | Petachja, de zoon van Misjezabel, uit de zonen van Zara, den zoon van Juda, was gevolmachtigde van den koning3 in alle aangelegenheden van het volk. |
27509 | ACT 14:26 | Vandaar keerden ze per schip naar Antiochië3 terug, waar men hen aan Gods genade had toevertrouwd voor het werk, dat ze thans hadden volbracht. |
28340 | ROM 13:6 | Om dezelfde reden ook moet gij de belasting betalen; want de 13:is beambte van God, en is voortdurend in beslag genomen door haar taak. |
29193 | GAL 3:24 | De Wet is dus onze tuchtmeester geweest tot Christus’ 3:opdat we gerechtvaardigd zouden worden door het geloof. |
34257 | 1MA 1:10 | Uit hen nu ontsproot een goddeloos wicht, Antiochus Epifanes, een zoon van koning Antiochus. Hij was in Rome gijzelaar geweest, en kwam aan de regering in het jaar 137 van de griekse heerschappij. |
34267 | 1MA 1:20 | Nadat Antiochus Egypte verslagen had, keerde hij in het jaar 143 terug, en trok met een geweldig leger op tegen Israël en Jerusalem. |
34769 | 1MA 9:54 | In de tweede maand van het jaar 153 gaf Alkimus bevel, de muur van de binnenste tempelvoorhof neer te halen, en daardoor het werk der profeten te vernielen. En juist was men met het slopingswerk begonnen, |