7402 | 1SA 9:9 | (Vroeger zei men namelijk in Israël, als men God ging bevragen: “Kom, laat ons naar den ziener gaan”; want de profeet van vandaag werd vroeger ziener genoemd.) |
9001 | 1KI 8:13 | Zo kon ik het wagen, U een tempel te bouwen. Een huis, waar Gij eeuwig zult wonen! (Het staat in het Liederenboek.) |
26234 | JHN 4:9 | De samaritaanse vrouw zei Hem: Hoe, Gij, een Jood, vraagt te drinken aan mij, een samaritaanse vrouw? (Joden namelijk hebben geen omgang met Samaritanen.) |
26665 | JHN 12:16 | (Niet aanstonds begrepen zijn leerlingen dit; maar toen Jesus verheerlijkt was, herinnerden ze zich, dat dit van Hem geschreven stond, en dat men dit aan Hem had vervuld.) |
27827 | ACT 23:25 | Want de overste was bang dat de Joden hem zouden oplichten en doden, en dat hij dan zelf beschuldigd zou worden, met geld te zijn omgekocht.) |