8168 | 2SA 6:8 | David was diep bedroefd, omdat Jahweh zo heftig tegen Oezza was losgebroken. En men noemde die plek Péres-Oezza: zo heet ze nog. |
9420 | 1KI 20:9 | Daarom sprak hij tot de gezanten van Ben-Hadad: Zegt aan mijn heer en koning: Al wat gij uw dienaar de eerste keer hebt laten bevelen, zal ik doen; maar dit kan ik niet. Daarop gingen de gezanten heen, en brachten het antwoord over. |
12210 | EZR 8:4 | Van de zonen van Pachat-Moab: Eljehoënai, de zoon van Zerachja met tweehonderd man; |
12287 | EZR 10:30 | Onder de zonen van Pachat-Moab: Adna, Kelal, Benaja, Maäseja, Mattanja, Besalel, Binnoej en Menassje. |
17650 | SNG 3:9 | Koning Salomon heeft zich een draagkoets gemaakt Van Libanon-hout: |
18006 | ISA 14:8 | Met de Libanon-ceders: “Sinds gij zijt gevallen, Klimt niemand meer op, om òns te vellen!” |
18162 | ISA 23:15 | Op die dag zal Tyrus in vergetelheid raken, Zeventig jaar, als de tijd van één koning. Maar op het eind van die zeventig jaar, Zal het Tyrus gaan naar het deernen-lied: |
18255 | ISA 28:21 | Want als op de Perasim-berg zal Jahweh opstaan, En woeden als in het Gibon-dal: Om zijn werk te verrichten, een ongekend werk, Zijn daad te volbrengen, een daad, ongehoord! |
19529 | JER 22:6 | Want dit zegt Jahweh over Juda’s koninklijk huis: Al waart ge een Gilad voor Mij, Een Libanon-top: Waarachtig, Ik maak van u een woestijn, Een onbewoonde ruïne. |
20185 | JER 48:36 | Daarom kermt mijn hart Als een fluit over Moab; Kermt mijn hart over de mannen van Kir-chéres: Want wat men gespaard heeft, is verloren gegaan. |
21569 | EZK 40:23 | Tegenover de noorderpoort lag er een poort naar de binnen-voorhof: de afstand tussen beide poorten bedroeg honderd el. |
22545 | AMO 7:12 | En tot Amos zelf sprak Amas-ja: Ziener, pak u weg, en vlucht in uw eigen belang naar het land van Juda; daar kunt ge de kost met profeteren verdienen. |