28236 | ROM 9:13 | “De oudste zal den jongste dienen;” zoals er geschreven staat: “Jakob heb ik bemind, maar Esau heb ik gehaat.” |
28264 | ROM 10:8 | Neen, wat zegt ze? “Dicht bij u is het woord, in uw mond en in uw hart;” en dit is het woord des geloofs, dat wij preken. |
28374 | ROM 15:3 | Ook Christus heeft zichzelf niet gezocht; maar zoals geschreven staat: “De smaad van hen, die u smaden, is op Mij gevallen;” |
28507 | 1CO 4:6 | Broeders, ik heb deze dingen toegepast op mijzelf en Apollo terwille van u, opdat gij in ons voorbeeld zoudt leren: “Niet boven hetgeen geschreven staat;” opdat de een zich niet opblaast ten voordele van een ander en ten nadele van een derde. |
28705 | 1CO 12:3 | Daarom maak ik u bekend, dat niemand, die spreekt door Gods Geest, zegt: “Vervloekt zij Jesus;” en dat niemand zeggen kan: “Heer Jesus,” dan door den heiligen Geest. |
28831 | 1CO 15:45 | Aldus staat er ook geschreven: “De eerste mens Adam werd een levende ziel;” de laatste Adam een levendmakende Geest. |
29182 | GAL 3:13 | Christus heeft ons verlost van de vloek van de Wet, door voor ons tot vloek te worden; —want er staat geschreven: “Vervloekt wie hangt aan het hout;” |
29406 | EPH 6:2 | “Eer uw vader en uw moeder;” dit is het eerste gebod, waaraan de belofte verbonden is: |
29902 | 2TI 2:8 | Denk ook eens terug aan “Jesus Christus, uit Davids zaad, maar van de doden opgewekt;” zoals mijn Evangelie luidt, |
30085 | HEB 4:4 | heeft Hij over de zevende dag ergens aldus gesproken: “En God Rustte op de zevende dag van al zijn werken;” |
30209 | HEB 10:9 | en Hij vervolgens sprak: “Zie Ik kom, om uw wil te volbrengen;” zó heeft Hij het eerste afgeschaft, om het tweede in te stellen. |
30228 | HEB 10:28 | Verwerpt iemand de Wet van Moses, zonder genade “sterft hij op het woord van twee of drie getuigen;” |
30230 | HEB 10:30 | We weten toch, dat Hij gezegd heeft: “Aan Mij is de wraak; Ik zal vergelden;” en eveneens: “de Heer zal zijn volk oordelen.” |
30262 | HEB 11:23 | Door het geloof werd Moses na zijn geboorte drie maanden lang door zijn ouders verborgen, daar ze zagen, “dat het knaapje schoon was;” en ze hebben het bevel van den koning niet gevreesd. |
30363 | JAS 2:3 | en wanneer gij dan opziet tegen den man met het prachtig gewaad en hem zegt: “Zet u hier op de ereplaats neer;” maar wanneer gij tot den arme zegt: “Blijf ginder staan,” of “Ga zitten bij mijn voetbank,” |
30383 | JAS 2:23 | En toen ging de Schrift in vervulling, die zegt: “Abraham geloofde aan God, en het werd hem tot gerechtigheid gerekend;” toen ook werd hij genoemd: “de vriend van God.” |
31069 | REV 18:7 | In zoveel glorie en weelde zij baadde, Geeft haar evenveel kwelling en rouw. Omdat ze zegt in haar hart: “Ik troon als koningin, Ben geen weduwe, en ken geen rouw;” |
32573 | SIR 5:3 | Zeg niet: “Wie kan er tegen mijn rijkdom aan;” Want Jahweh wreekt de vervolgden. |
33299 | SIR 31:12 | Als ge aanzit aan de dis van een grote, Zet dan geen gulzige mond daarbij op. Zeg niet: “Er is van alles genoeg;” |
33702 | SIR 45:12 | Met de gouden diadeem op de mijter, De plaat, met het inschrift: “Aan Jahweh gewijd;” Een heerlijke luister en grootse statie, Een lust voor de ogen, volmaakte pracht. |