20920 | EZK 18:2 | Hoe komt ge er toe, bij u op Israëls grond dit puntdicht aan te halen: “De vaderen eten zure druiven, maar de kinderen krijgen er stroeve tanden van”? |
23836 | MAT 19:5 | en dat Hij gezegd heeft: “Daarom zal de man vader en moeder verlaten, en zich hechten aan zijn vrouw; en die twee zullen één vlees zijn”? Ze zijn dus geen twee meer, maar één vlees. |
24741 | MRK 11:32 | Zouden we zeggen: “van de mensen”? …Maar ze waren bang voor het volk; want allen hielden Johannes voor een echten profeet. |
24768 | MRK 12:26 | En wat nu de verrijzenis der doden betreft, hebt gij in het boek van Moses bij het braambosverhaal niet gelezen, hoe God tot hem sprak: “Ik ben de God van Abraham, de God van Isaäk, de God van Jakob”? |
25865 | LUK 20:17 | Maar Hij zag hen aan, en zeide: Wat betekent dan wat er geschreven staat: “De steen, die de bouwlieden verwierpen, Hij is de hoeksteen geworden”? |
27906 | ACT 26:15 | Ik antwoordde: “Wie zijt Gij, Heer”? En de Heer sprak: Ik ben Jesus, dien ge vervolgt. |
28885 | 2CO 1:17 | Ben ik nu, door dit te willen, wispelturig te werk gegaan; of richt ik de plannen, die ik maak, naar het vlees in, zodat het bij mij nu eens “Ja, ja” is, dan weer “Neen, neen”? |
33049 | SIR 22:14 | Wat is er zwaarder dan lood? Is zijn naam niet “een zot”? |