Wildebeest analysis examples for:   nld-nld1939   —    February 11, 2023 at 19:16    Script wb_pprint_html.py   by Ulf Hermjakob

3814  NUM 5:21  nu zal de priester over de vrouw de vervloeking uitspreken en tot de vrouw zeggen”dan zal Jahweh u tot een vloek en een verwensing maken onder uw volk, door uw heup te doen invallen en uw buik te doen zwellen.
4996  DEU 3:19  alleen uw vrouwen, uw kinderen en uw veeen ik weet, dat gij veel vee bezitmogen achterblijven in de steden, die ik u heb gegeven.
5212  DEU 11:2  Gij kent tochwant ik spreek niet tot uw zonen, die de straffen van Jahweh, uw God, niet hebben ervaren, en zijn grootheid, zijn sterke hand en gespierde arm niet hebben aanschouwd,
9034  1KI 8:46  Wanneer ze tegen U zondigenwant er is niemand, die niet zondigten Gij levert ze in uw toorn aan een vijand over, zodat ze gevangen worden weggevoerd naar het land van dien vijand, veraf of dichtbij;
21793  EZK 48:22  Het land, dat enerzijds aan het grondbezit der levieten en het stadsbezit grenstdie midden tussen het gebied van den vorst liggenen dat anderzijds tussen de gebieden van Juda en Benjamin ligt, zal den vorst toebehoren.
23638  MAT 13:30  Laat beide opgroeien tot de oogst; in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Verzamelt eerst het onkruid en bindt het in bussels, om het te verbranden, maar brengt de tarwe in mijn schuur.
23640  MAT 13:32  Het is wel het kleinste van alle zaden, maar als het is opgewassen is het groter dan het tuingewas, en wordt het een boom, zodat de vogels in de lucht in zijn takken komen nestelen.
24041  MAT 24:15  Wanneer gij dus de gruwel der ontheiliging. waarvan de profeet Daniël heeft gesproken, in de heilige plaats zult zien staandie het leest, begrijpe het!
24800  MRK 13:14  Wanneer gij de gruwel der ontheiliging ziet staan, waar hij niet staan mag, die het leest, begrijpe het! laten zij, die in Judea zijn, dan naar de bergen vluchten;
25434  LUK 10:2  En Hij sprak tot hen: De oogst is groot, maar werklieden zijn er weinig. Vraagt dus den Heer van de oogst, dat Hij werklieden zendt in zijn oogst.
25436  LUK 10:4  Draagt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoenen; en groet niemand onderweg.
25439  LUK 10:7  Blijft in dat huis; eet en drinkt wat men er heeft; want de arbeider heeft recht op zijn loon. Gaat niet van het ene huis naar het andere.
25444  LUK 10:12  Ik zeg u: Voor Sódoma zal het dragelijker zijn op die dag dan voor die stad.
25447  LUK 10:15  En gij Kafárnaum, zult ge tot de hemel toe worden verheven? Tot in de hel zult ge neerzinken.
26195  JHN 3:6  Wat uit het vlees is geboren, is vlees; en wat uit den Geest is geboren, is geest.
26201  JHN 3:12  Wanneer gij niet gelooft, als Ik u spreek over aardse dingen, hoe zult gij dan geloven, als Ik u over de hemelse spreek?
26207  JHN 3:18  Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld; maar wie niet gelooft, is reeds geoordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van Gods eengeboren Zoon.
26221  JHN 3:32  en Hij getuigt wat Hij gezien en gehoord heeft; maar niemand neemt zijn getuigenis aan.
26224  JHN 3:35  De Vader bemint den Zoon, en heeft Hem alles in handen gegeven.
26299  JHN 5:20  Want de Vader heeft den Zoon lief, en laat Hem alles zien wat Hij doet. En nog groter werken zal Hij Hem tonen, zodat gij verwonderd zult staan.
26303  JHN 5:24  Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie luistert naar mijn woord, en in Hem gelooft, die Mij heeft gezonden, hij heeft het eeuwige leven, en in het gericht komt hij niet; maar hij is overgegaan van de dood tot het leven.
26311  JHN 5:32  Er is een ander, die over Mij getuigt; en Ik weet, dat het getuigenis, dat Hij over Mij aflegt, betrouwbaar is.
26314  JHN 5:35  Hij was de brandende en hel schijnende lamp; gij hebt u zelfs een ogenblik in zijn licht willen verheugen.
26315  JHN 5:36  Maar Ik heb een getuigenis groter dan dat van Johannes: want de werken, die de Vader Mij te volbrengen gaf, de werken juist die Ik doe, zij getuigen van Mij, dat de Vader Mij gezonden heeft.
26474  JHN 8:24  Daarom heb ik u gezegd, dat gij sterven zult in uw zonden; want zo gij niet gelooft, dat Ik het ben, zult gij sterven in uw zonden.
26491  JHN 8:41  Gij doet de werken van uw vader. Ze zeiden Hem dan: We zijn niet uit ontucht geboren, één Vader hebben we slechts, en dat is God.
26501  JHN 8:51  Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Zo iemand mijn woord onderhoudt, dan zal hij in eeuwigheid de dood niet zien.
26506  JHN 8:56  Abraham, uw vader, zag juichend van blijdschap mijn dag tegemoet; hij heeft hem gezien en van vreugde gejubeld.
26741  JHN 14:4  Gij kent de weg naar de plaats, waar Ik heenga.
26744  JHN 14:7  Daar gij nu Mij hebt gekend, zult gij ook den Vader kennen; van dit ogenblik af kent gij Hem, en hebt gij Hem gezien.
26751  JHN 14:14  Wanneer gij ook Mij in mijn naam iets zult vragen, dan zal Ik het doen.
26754  JHN 14:17  Het is de Geest der waarheid, dien de wereld niet kan ontvangen, omdat ze Hem ziet noch kent; gij echter kent Hem; want Hij blijft bij u, en is in u.
26757  JHN 14:20  Op die dag zult gij erkennen, dat Ik in mijn Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u.
26764  JHN 14:27  Vrede laat Ik u na, mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart zij ontsteld, noch bevreesd.
26765  JHN 14:28  Gij hebt gehoord, dat Ik u zeide: Ik ga heen, maar Ik kom tot u terug. Zo gij Mij liefhadt, zoudt gij u verheugen, dat Ik naar den Vader ga; want de Vader is groter dan Ik.
26779  JHN 15:11  Dit alles heb Ik tot u gezegd, opdat mijn vreugde uw deel mag worden, en uw vreugde volkomen mag zijn.
26806  JHN 16:11  van vonnis, omdat de vorst dezer wereld geoordeeld is.
26813  JHN 16:18  Ze zeiden dus: Wat bedoelt Hij toch met: een weinig tijds? We weten niet, waarover Hij spreekt.
26827  JHN 16:32  Zie, het uur komt, en het is reeds gekomen, dat gij verstrooid wordt, ieder zijns weegs, en Mij alleen laat staan. Maar Ik ben niet alleen, want met Mij is de Vader.
27014  ACT 1:22  te beginnen bij de doop van Johannes tot op de dag, dat Hij van ons werd opgenomen, het is noodzakelijk, dat één van hen te zamen met ons getuige van zijn verrijzenis wordt.
27416  ACT 12:10  Ze gingen nu de eerste en de tweede wachtpost voorbij, en kwamen aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt; deze ging vanzelf voor hen open. Ze traden naar buiten, sloegen een straat in: en plotseling was de engel verdwenen.
28436  1CO 1:5  want door Hem zijt gij rijk geworden in ieder opzicht, in alle woord en in alle kennis
28470  1CO 2:8  die geen der machten dezer wereld heeft gekend, want zo ze haar gekend hadden, zouden ze den Heer der glorie niet hebben gekruisigd,
28587  1CO 7:32  en daarom wil ik, dat gij zonder zorgen zijt. De òngehuwde is bezorgd over de dingen des Heren, hoe hij behagen zal aan den Heer;
28628  1CO 9:20  Voor de Joden ben ik als een jood geworden, om Joden te winnen; voor hen, die onder de Wet zijn, als een, die onder de Wet staat, ook al sta ik niet onder de Wet, om hen te winnen, die onder de Wet staan.
28629  1CO 9:21  Voor hen, die zonder Wet zijn, als een zonder Wet, hoewel niet zonder wet van God, maar onder Christus’ wet, om hen te winnen, die zonder Wet zijn.
28902  2CO 2:10  En wien gij iets vergeeft, dien schenk ook ik vergiffenis. En wat ik vergeven heb, zo ik tenminste iets te vergeven heb, dat heb ik voor Christus’ aanschijn vergeven om uwentwil,
28993  2CO 7:9  nu verheug ik mij er over; niet omdat gij bedroefd zijt geweest, maar omdat gij bedroefd zijt geweest tot uw inkeer. Want gij zijt bedroefd geweest, zoals God dit verlangt; dus hebben we onder geen enkel opzicht u daarmee schade berokkend.
29028  2CO 9:4  anders zouden wij, om van u niet te spreken, om dit vast vertrouwen misschien nog beschaamd moeten staan, als de Macedoniërs met me meekomen en u niet gereed zouden vinden.
29078  2CO 11:21  Ik moet het tot mijn schande bekennen: daartoe zijn wij te zwak geweest! Maar voor de restik spreek in onverstand wat een ander aandurft, dat durf ik ook.
29092  2CO 12:2  Ik ken een mens in Christus, die veertien jaar geleden naar de derde hemel is weggevoerd, in het lichaam: ik weet het niet, of buiten het lichaam: ik weet het niet, God weet het.
29093  2CO 12:3  En ik weet van dien mens, dat hij in het Paradijs is opgenomen, in het lichaam of buiten het lichaam: ik weet het niet, God weet het;
29113  2CO 13:2  Hun die vroeger gezondigd hebben, en al de overigen heb ik vooruit gezegd, en ik zeg het nu nog eens vooruit, thans bij mijn afwezigheid juist als bij mijn tweede bezoek, dat ik ze niet sparen zal, wanneer ik nog eens kom.
29125  GAL 1:1  Paulus, apostel, niet op gezag van mensen noch door bemiddeling van een mens, maar door Jesus Christus en door God den Vader, die Hem uit de doden heeft opgewekt,
29128  GAL 1:4  die Zich voor onze zonden, om ons te ontrukken aan deze boze wereld, heeft overgeleverd volgens de wil van onzen God en Vader;
29140  GAL 1:16  opdat ik Hem onder de heidenen zou verkondigen, toen ben ik van de aanvang af niet bij vlees en bloed te rade gegaan,
29154  GAL 2:6  En wat de mannen betreft, die in aanzien bleken te staan, wat ze feitelijk waren, gaat me niet aan; God kent geen aanzien van personen, die mannen van aanzien hebben me verder niets opgelegd.
29167  GAL 2:19  Want ik ben dood voor de Wet door een andere wet, om te leven voor God. Met Christus ben ik gekruisigd.
29182  GAL 3:13  Christus heeft ons verlost van de vloek van de Wet, door voor ons tot vloek te worden; want er staat geschreven: “Vervloekt wie hangt aan het hout;”
29188  GAL 3:19  Wat heeft de Wet dan voor zin? Om wille der overtredingen is ze er aan toegevoegd, totdat het Zaad zou zijn gekomen, tot wien de Belofte gericht was. Ze werd door engelen uitgevaardigd door tussenkomst van een middelaar;
29210  GAL 4:12  Ik smeek u, broeders, wordt zoals ik; want ik werd aan u gelijk. Nog nooit hebt gij mij enig verdriet aangedaan.
29945  2TI 4:8  Van nu af ligt voor mij de kroon der gerechtigheid gereed, die de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij schenken zal op die Dag. En niet alleen aan mij, maar ook aan allen, die zijn verschijnen hebben liefgehad.
30084  HEB 4:3  want we gaan slechts binnen in de Rust, indien we geloven; zoals Hij heeft gezegd: “Daarom zwoer Ik in mijn toorn: neen, ze zullen niet ingaan in mijn Rust.” Inderdaad, toen door de schepping der wereld de werken voltooid waren,
30142  HEB 7:11  Zo dus de volmaaktheid bereikt was door het levietische priesterschapwant daarop berustte de wetgeving voor het volk waarom zou het dan nog nodig geweest zijn, dat er een andere Priester werd aangesteld “naar de Orde van Melkisedek,” en dat Hij niet naar de orde van Aäron werd genoemd?
30150  HEB 7:19  want de Wet heeft niets tot volmaking gebracht, en werd ze vervangen door een betere hoop, waardoor wij naderen tot God.
30183  HEB 9:11  Maar Christus, optredend als Hogepriester der toekomende goederen, is het Heiligdom binnengegaan door de grotere en volmaaktere Tabernakel, welke niet met handen gemaakt is, dat wil zeggen, welke niet tot deze schepping behoort;
30220  HEB 10:20  een nieuwe en levende weg, die Hij ons heeft gebaand door het Voorhangsel heen, namelijk dat van zijn Vlees,
30358  JAS 1:25  Maar hij, die met volle aandacht de volmaakte wet der vrijheid beschouwt, en zich er ook naar gedraagt, geen vergeetachtig hoorder, maar een man van de daad, hij zal zalig worden door zijn werken.
30396  JAS 3:10  uit dezelfde mond komt zegen en vloek. Neen mijn broeders, dit moet zó niet zijn!
30470  1PE 2:4  Nadert tot Hem, de levende steen, door de mensen verworpen, maar uitverkoren en kostbaar bij God,
30509  1PE 3:18  Immers ook Christus is éénmaal voor de zonden gestorven, een Rechtvaardige voor ongerechten, om u te brengen tot God. Maar ter dood gebracht naar het Vlees, is Hij ten leven gewekt naar den Geest.
30511  1PE 3:20  aan hen, die eertijds onwillig waren geweest, toen in de dagen van Noë Gods lankmoedigheid bleef wachten, totdat de ark was gebouwd. Hierin werden enigenacht personen, gered door het water heen.
30765  JUD 1:25  aan den enigen God, onzen Redder door Jesus Christus onzen Heer, aan Hem zij de glorie en grootheid, de kracht en de macht vóór alle eeuwigheid, en nu en in alle eeuwigheid. Amen!
30787  REV 2:2  Ik ken uw werken, uw zwoegen en uw geduld; en Ik weet, dat ge de bozen niet kunt verdragen. Ge hebt hen, die zich apostelen noemen, maar ze zijn het nietop de proef gesteld, en ze leugenaars bevonden.
30794  REV 2:9  Ik ken uw verdrukking en uw armoede, toch zijt ge rijk; ook de lastering door hen, die zich Joden noemen, toch zijn ze het niet, maar een synagoge van Satan.
30823  REV 3:9  Zie, Ik breng lieden van de synagoge van Satan, die zeggen, dat ze Joden zijn: toch zijn ze het niet, maar ze liegen; zie, Ik zal ze tot u doen komen, ze doen neervallen aan uw voeten, en ze doen weten, dat Ik u liefhad.
30826  REV 3:12  Wie overwint, zal Ik maken tot een zuil in het huis van mijn God, en nooit zal hij er uitgaan; en Ik zal daarop schrijven de Naam van mijn God, en de Naam van de Stad van mijn God, van het Nieuw-Jerusalem, dat neerdaalt van mijn God uit de hemel, en bovendien mijn nieuwe Naam.
30953  REV 11:13  En op hetzelfde ogenblik barstte een geweldige aardbeving los; het tiende deel der stad viel ineen, zeven duizend mensen kwamen bij die aardbeving om. Toen werden de overigen zeer bevreesd, en brachten eer aan den God des hemels.
31053  REV 17:9  Hier komt het doorzicht van pas, aan wijsheid gepaard. De zeven koppen zijn zeven bergen, waarop de Vrouw is gezeten. Maar het zijn ook zeven koningen.
31058  REV 17:14  Ze zullen strijd voeren tegen het Lam; maar het Lam zal hen overwinnen, want Het is de Heer der heren en de Koning der koningen; ook de geroepenen zullen dit doen, de uitverkorenen en de getrouwen, tezamen met Hem.
31115  REV 20:8  Dan zal hij uittrekken, om de volkeren te verleiden aan de vier hoeken der aarde, “Gog en Magog”, en om ze te verzamelen tot de strijd; hun getal zal zijn als het zand aan de zee.
31140  REV 21:18  De bouwstoffen van haar muur waren van jaspis. De Stad zelf was van zuiver goud, gelijkend op helder kristal.
31143  REV 21:21  De twaalf poorten waren twaalf paarlen; iedere poort op zich één paarl. Het plein der Stad was louter goud, doorschijnend als kristal.