Wildebeest analysis examples for:   nld-nld1939   d    February 11, 2023 at 19:16    Script wb_pprint_html.py   by Ulf Hermjakob

1  GEN 1:1  In het begin schiep God hemel en aarde.
2  GEN 1:2  Maar de aarde was nog ongeordend en leeg, over de wereldzee heerste duisternis, en Gods Geest zweefde over de wateren.
3  GEN 1:3  God sprak: Daar zij licht. En er was licht.
4  GEN 1:4  En God zag, dat het licht goed was. Nu scheidde God het licht van de duisternis;
5  GEN 1:5  het licht noemde Hij dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Zo werd het avond en morgen: de eerste dag.
6  GEN 1:6  God sprak: Er zij een uitspansel tussen de wateren, om de wateren van elkander te scheiden. Zo geschiedde.
7  GEN 1:7  God maakte het uitspansel, en scheidde het water onder het uitspansel van het water daarboven;
8  GEN 1:8  het uitspansel noemde God hemel. Weer werd het avond en morgen: de tweede dag.
9  GEN 1:9  God sprak: Het water onder de hemel moet samenvloeien naar één plaats, zodat het droge te voorschijn komt. Zo geschiedde.
10  GEN 1:10  Het droge noemde God aarde, het saamgevloeide water noemde Hij zee. En God zag, dat het goed was.
11  GEN 1:11  God sprak: De aarde moet groene planten voortbrengen, zaaddragend gewas en vruchtbomen, die zaadvruchten dragen op aarde, elk naar zijn soort. Zo geschiedde.
12  GEN 1:12  De aarde deed groene planten ontspruiten, zaaddragend gewas, en bomen, die zaadvruchten dragen, elk naar zijn soort. En God zag, dat het goed was.
13  GEN 1:13  Weer werd het avond en morgen: de derde dag.
14  GEN 1:14  God sprak: Er moeten lichten komen aan het hemelgewelf, om de dag en de nacht van elkaar te scheiden; zij moeten ook tot tekenen dienen voor vaste tijden, dagen en jaren;
15  GEN 1:15  en als lichten staan aan het hemelgewelf, om de aarde te verlichten. Zo geschiedde.
16  GEN 1:16  God maakte de beide grote lichten: het grootste licht om de dag te beheersen, en het kleinste om heerschappij te voeren over de nacht; bovendien de sterren.
17  GEN 1:17  God plaatste ze aan het hemelgewelf, om de aarde te verlichten,
18  GEN 1:18  om te heersen over de dag en de nacht, en om licht en duisternis van elkander te scheiden. En God zag, dat het goed was.
19  GEN 1:19  Weer werd het avond en morgen: de vierde dag.