33717 | SIR 46:1 | Josuë, de zoon van Noen, was een machtig held, Moses' dienaar in het profetenambt; Die geschapen was, zoals zijn naam verluidt, Om een grote redding te zijn voor zijn uitverkorenen. Om wraak te nemen op den vijand, En Israël in het bezit van zijn erfdeel te stellen. |
33781 | SIR 48:20 | Maar ze riepen tot den allerhoogsten God, En strekten hun hand naar Hem uit. En Hij gaf gehoor aan hun gebed, En redde hen door Isaias' hand; |
33787 | SIR 49:1 | Josias' naam is als geurige wierook, Met zout gemengd, het werk van den balsembereider; Zijn gedachtenis is zoet als honing in de mond, En als een lied bij een wijngelag. |
33885 | BAR 2:2 | dat Hij over ons een grote rampspoed zou brengen, en dat Jerusalem zou worden getroffen, zoals nog nooit was gebeurd onder heel de hemel; dat zoals in Moses' wet staat geschreven, |
34475 | 1MA 4:34 | Daarna stormden zij op elkander in; het werd een strijd van man tegen man, en van Lúsias' leger sneuvelden ongeveer vijfduizend soldaten. |
34476 | 1MA 4:35 | Toen Lúsias de nederlaag van zijn eigen leger moest aanzien, en de moed zag stijgen van Judas' troepen, die vast besloten waren te leven of eervol te sterven, trok hij naar Antiochië terug. Daar wierf hij huurtroepen aan, om opnieuw Judea binnen te rukken, als het leger weer voltallig zou zijn. |
34728 | 1MA 9:13 | Ook Judas' mannen bliezen op de trompetten, zodat de aarde dreunde van het lawaai der legers. En van de morgen tot de avond woedde de slag. |
35204 | 2MA 1:33 | Deze gebeurtenis werd overal bekend; en toen men ook den perzischen koning bericht had, dat er op de plaats, waar de verbannen priesters het vuur hadden verborgen, water te voorschijn was gekomen, waarmee Nehemias' mannen de offers hadden gewijd, |
35207 | 2MA 1:36 | Nehemias' mannen noemden het water Néftar, wat reiniging betekent; bij de meesten heet het echter Néftai. |
35332 | 2MA 5:3 | Men zag het trekken van zwaarden, het in slagorde stellen van ruiterkorpsen, aanvallen en tegenaanvallen aan beide kanten, het bewegen van schilden en speren bij massa' s, het schieten van pijlen, het fonkelen van gouden sieraden en een bonte mengeling van harnassen. |
35464 | 2MA 8:35 | Ook doodden zij Fulárches, den wreedsten van Timóteus' soldaten, die de Joden op allerlei manieren had mishandeld. |
35494 | 2MA 9:29 | Zijn lijk werd begraven door zijn gunsteling Filippus, die daarop, uit vrees voor Antiochus' zoon, de vlucht nam naar Ptoleméus Filómetor in Egypte. |
35503 | 2MA 10:9 | Tweede deel. De onafhankelijkheidsoorlog onder Epifanes' opvolgers. Judas' strijd tegen de naburige volken. Dit was dus het einde van Antiochus Epifanes. |
35518 | 2MA 10:24 | Judas' strijd tegen Antiochus Eupator. a. De overwinning op den syrischen veldheer Timoteus. Timóteus die vroeger door de Joden was verslagen, verzamelde nu een groot leger buitenlandse soldaten met een aanzienlijk aantal ruiters uit Azië, en rukte aan, om Judea met wapengeweld te veroveren. |
35585 | 2MA 12:15 | Toen riepen Judas' soldaten den machtigen Heer der wereld aan, die Jericho in de dagen van Josuë zonder stormram en oorlogswerktuigen had omvergeworpen. Met leeuwenmoed bestormden zij de muren, |
35591 | 2MA 12:21 | Zodra Timóteus Judas' opmars vernam, zond hij vrouwen en kinderen en heel de verdere bagage vooruit naar een plaats die Karnion heette; dit punt was namelijk moeilijk in te nemen en vrijwel ontoegankelijk door de enge passen langs alle kanten. |
35609 | 2MA 12:39 | Daar het echter hoog tijd was, trokken Judas' mannen de volgende dag er op uit, om de lijken van de gesneuvelden te gaan halen, en bij hun bloedverwanten in de graven hunner vaderen bij te zetten. |
35659 | 2MA 14:18 | Toch waagde Nikánor het niet, het pleit met een bloedbad te beslechten, daar hij gehoord had, hoe groot de moed was van Judas' mannen, en hoe onverschrokken zij voor hun vaderland vochten. |
35704 | 2MA 15:17 | Zo werden ze gesterkt door Judas' heerlijke woorden, die uiterst geschikt waren, om de moed van jonge mannen aan te wakkeren en hun harten te stalen. Zij besloten dan ook, geen legerplaats meer op te slaan, maar terstond een moedige aanval te wagen en met inspanning van alle krachten een beslissende slag te leveren, omdat de stad, de godsdienst en de tempel in gevaar verkeerden. |
35713 | 2MA 15:26 | maar Judas' mannen stormden op den vijand in onder bidden en smeken. |