7739 | 1SA 20:7 | Zegt hij dan “goed”, dan is uw dienaar veilig; maar wordt hij er boos om, dan kunt gij er zeker van zijn, dat het kwaad bij hem vaststaat. |
19495 | JER 20:4 | Want zo spreekt Jahweh: Zie, Ik maak u tot een “Verschrikking”, voor u zelf en al uw vrienden; zij zullen vallen door het zwaard van hun vijand, en ùw ogen zullen het zien. Heel Juda lever Ik uit aan den koning van Babel; hij zal ze naar Babel brengen, ze slaan met het zwaard. |
23104 | ZEC 11:7 | Zo werd ik de herder der kudde, ter slachting bestemd, voor de schapenkopers. Ik koos mij twee herdersstokken uit; de ene noemde ik: “Goedheid”, de andere: “Band”. Toen begon ik de kudde te weiden. |
23107 | ZEC 11:10 | Ik nam dus mijn stok “Goedheid”, en brak hem aan stukken, om het verbond te verbreken, dat ik met heel het volk had gesloten. |
23423 | MAT 8:9 | Want ook ik ben een man, die zelf onder gezag ben gesteld, en die soldaten onder mij heb. En tot den een zeg ik: “Ga”, en hij gaat; en tot den ander: “Kom”, en hij komt; en tot mijn knecht: “Doe dit”, en hij doet het. |
28888 | 2CO 1:20 | In Hem toch zijn alle beloften Gods: “Ja”; en daarom is ook door Hem ons “Amen”, God ter ere. |
30088 | HEB 4:7 | daarom stelt Hij opnieuw een dag vast: “Heden”, en spreekt Hij zo lange tijd daarna door David, zoals reeds gezegd is: “Als gij heden mijn stem verneemt, verstokt uw harten niet.” |
30828 | REV 3:14 | Schrijf aan den en el der kerk te Laodicea. Dit zegt “Amen”, de trouwe en waarachtige Getuige, de Aanvang van de schepping Gods: |