34074 | LJE 1:72 | aan het purper en lijnwaad 8, dat op hen ligt te rotten, kan men erkennen, dat ze geen goden zijn; tenslotte worden zij zelf weggevreten, en worden een schande voor het land. |
34381 | 1MA 2:70 | Hij stierf in het jaar 146, en werd in het familiegraf te Modin begraven. Heel Israël hield over hem een plechtige rouwklacht. |
34493 | 1MA 4:52 | brachten ze in de vroege morgen van de vijf en twintigste der negende maand, dus in de maand Kislew van het jaar 148, |
34590 | 1MA 6:20 | Ze sloten zich dus aaneen, en begonnen met de belegering in het jaar 150, waarbij gebruik werd gemaakt van schiettorens en belegeringswerktuigen. |
35084 | 1MA 14:27 | De oorkonde luidde aldus: Op de achttiende Eloel van het jaar 172, het derde jaar van Sjimon, hogepriester |
35161 | 1MA 16:14 | Nu was Sjimon gewoon, de steden in het land af te reizen, om te weten, wat ze nodig hadden. Zo ging hij ook naar Jericho, vergezeld van zijn zonen Mattitja en Judas; het was de elfde maand van het jaar 177, welke maand Sjebat genoemd wordt |
35553 | 2MA 11:21 | Moge het u goed gaan! In het jaar 148, de vier en twintigste Dústros |