Wildebeest analysis examples for:   nld-nld1939   Word:Word    February 11, 2023 at 19:16    Script wb_pprint_html.py   by Ulf Hermjakob

3942  NUM 8:2  Beveel Aäron en zeg hem:Wanneer ge de lampen opstelt, moeten de zeven lampen naar de voorzijde van de kandelaar haar licht verspreiden.
4476  NUM 25:4  En Jahweh sprak tot Moses:Neem alle schuldigen onder het volk, en hang ze voor Jahweh op in de volle zon, opdat Jahweh’s gloeiende toorn van Israël moge wijken.
7191  RUT 3:17  En ze vervolgde: Hij heeft mij ook nog deze zes maten gerst gegeven. Hij zeide:Ge moogt niet met lege handen bij uw schoonmoeder komen.
8726  1KI 1:6  ondanks dit alles viel zijn vader hem nooit lastig met de vraag:Waarom doet ge dat? Bovendien was Adoni-ja zeer knap van uiterlijk, en volgde in leeftijd op Absalom.
10942  1CH 21:3  Joab antwoordde:Heer koning, moge Jahweh het volk nog honderdmaal talrijker maken! Ze zijn toch allen mijn heer en koning onderdanig? Waarom wil mijn heer en koning dat nagaan; waarom wil hij een schuld laden op Israël?
10944  1CH 21:5  en deelde de uitslag van de volkstelling aan David mede:Israël telde in het geheel een millioen honderdduizend, en Juda vierhonderd zeventigduizend weerbare mannen.
11190  1CH 29:21  Zij slachtten offers voor Jahweh, en droegen de volgende dag voor heel Israël ter ere van Jahweh brandoffers op:duizend varren, duizend rammen, duizend lammeren, met de daarbij behorende plengoffers en nog vele andere offers.
11675  2CH 23:14  Maar de priester Jehojada gelastte de bevelvoerende honderdmannen:Leidt haar tussen de gelederen door buiten de tempel, en doodt met het zwaard iedereen, die haar wil volgen. Want de priester had zich voorgenomen, haar niet in de tempel van Jahweh te doden.
11953  2CH 34:15  Chilkijáhoe deelde het den geheimschrijver Sjafan mee en zeide:Ik heb in de tempel van Jahweh het wetboek van Jahweh gevonden. En Chilkijáhoe reikte het boek aan Sjafan over.
11962  2CH 34:24  Zo spreekt Jahweh! Ik ga onheil brengen over deze plaats en haar bewoners:alwat in het boek staat geschreven, dat men den koning van Juda heeft voorgelezen.
13010  JOB 6:28  Welnu dan, wilt mij aanhoren:Ik lieg u toch niet in het gezicht.
13051  JOB 8:18  Maar rukt men hem weg van zijn plaats, Dan verloochent ze hem:ik heb u nooit gezien!
18543  ISA 41:22  Laat ze komen en ons verkonden, Wat in de toekomst geschiedt, Of wat ze vroeger hebben voorspeld:Dan kunnen we dat eens onderzoeken. Laat ons de toekomst eens horen,
18746  ISA 51:3  Want Jahweh heeft medelijden met Sion, Mededogen met al zijn puinen:Hij zal zijn steppe in een Eden veranderen, Zijn woestenij in Jahweh’s tuin; Men zal er vreugde en blijdschap in vinden, Lofgezang en muziek!
20807  EZK 14:7  Want alwie uit Israëls huis, of van de vreemdelingen die in Israël verblijven, zich van Mij afwendt, zijn schandgoden hoog in het hart draagt, en zijn ogen niet afhoudt van wat hem tot zonde prikkelt, en dan toch naar den profeet durft lopen, om hem naar Mij te ondervragen:dien zal Ik, Jahweh, zelf van antwoord dienen!
21791  EZK 48:20  Dit gehele gebied:een vierkant van vijf en twintig duizend el bij vijf en twintig duizend el, moet ge afstaan als heilig gebied en stadsbezit.
22800  NAM 3:19  Geen heil voor uw plaag, Ongeneeslijk uw wonde:Wie van u hoort, klapt om u in de handen; Wie immers had niet steeds van uw boosheid te lijden?
23330  MAT 5:27  Gij hebt gehoord, dat er gezegd is:Gij zult geen overspel doen.
23532  MAT 11:4  Jesus antwoordde hun:Gaat en bericht aan Johannes, wat gij hoort en ziet.
25813  LUK 19:13  Hij riep tien van zijn dienaars, gaf hun tien ponden, en zei hun:Drijft er handel mee, tot ik terugkom.
29009  2CO 8:9  Gij kent toch de liefdedaad van onzen Heer Jesus Christus:hoe Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij rijk zoudt worden door zijn armoede.
30962  REV 12:3  Nog een ander teken verscheen aan de hemel. Zie:een grote rossige Draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen.
34934  1MA 11:57  Toen liet de jonge Antiochus aan Jonatan schrijven:Ik handhaaf u als hogepriester en stel u aan over de vier gewesten; gij zult tot de vertrouwelingen van den koning behoren.